
ANDERSTALIGE KLEUTER IN DE KLAS
Richt je klasinrichting en klashouden zo in dat de talige basis altijd aanwezig is: dat is een meerwaarde voor alle kleuters. Als je dagdagelijks uitgaat van een sterk talig aanbod dan hoeven geen ingrijpende veranderingen plaats te vinden door de komst van een anderstalige kleuter.
De anderstalige kleuter leert het snelste taal door in interactie te gaan met andere kleuters. Er zitten grote groeikansen in LO-lessen, knutselmomenten, leeruitstappen, voorleesmomenten met ondersteuning van een prentenboek,… Haal de anderstalige kleuter slechts uit de klas als de voorkennis van de kleuter te beperkt is om aansluiting te vinden ondanks de visuele ondersteuning (prenten, voordoen, concreet materiaal,…).
DEELNAME AAN KLASGEBEURen
VAN BELANG:
- leren door na te bootsen
- maximale visuele ondersteuning door foto’s of pictogrammen zodat de klasstructuur duidelijk is
- zoveel mogelijk participeren
- bewegend leren
- maximale interactiekansen creëren
AANPAK:
- taalrijke lessen
- hulpmiddelen inzetten: buddy, vertaalapp, pictogrammen, visueel ondersteunende klaswanden, voordoen,…
UIT DE KLAS
VAN BELANG:
- enkel als de AN-er niet kan participeren
- bewegend leren
- op eigen leerlijn (basiswoordenschat)
AANPAK:
- bij voorkeur onder begeleiding van een (AN/zorg)leerkracht of buddy die de taal stimuleert
- leerspelen inzetten
- bij voorkeur in een vertrouwde omgeving die veiligheid biedt
ONTSPANNING
VAN BELANG:
- gezonde balans tussen ontspanning en inspanning
- achterhaal wat de interesses en talenten van de AN-er zijn
- laat de AN-er rust vinden in eigen taal
AANPAK:
- boekjes, filmpjes en muziek in eigen taal
- eigen knuffel
- voorzie een rustige plek in de klas: een tent, een koptelefoon, …
PRAKTISCHE HULPMIDDELEN VOOR IN DE KLAS
Je kan hulpmiddelen allerhande gebruiken om de participatiekansen van een (G)AN-er te optimaliseren. Hieronder geven we enkele voorstellen die komen uit EERSTE HULP BIJ ANDERSTALIGE NIEUWKOMERS – BROCHURE VOOR HET KLEUTERONDERWIJS.
VEILIGE KLASOMGEVING
KLASINRICHTING
- Voorzie een visueel dag- en weekschema.
- Verduidelijk afspraken door ze voor te doen of visueel te maken: vb. picto’s die waangeven waar welk afval moet.
- Zorg voor een keuzebord met duidelijke picto’s die in de hoeken terugkomen.
- Voorzie een plek waar de anderstalige nieuwkomer tot rust kan komen.
- Maak een familiemuur met vertrouwde foto’s voor de kleuter: dit schept een gevoel van veiligheid en biedt kansen om elkaar te leren kennen.
- Hang een wereldkaart in de klas en hang de foto’s van alle kinderen bij hun land van herkomst.
COMMUNICATIE
- Verwelkom het kind, wees geduldig en leg de lat niet te hoog in de beginperiode.
- Maak gewoonten in de klas duidelijk door ze voor te doen en verwoord elke handeling: vb. jas uitdoen en aan de kapstok hangen.
- Gebruik bij aanvang veel afbeeldingen om te communiceren maar bouw dit geleidelijk aan af: zo kan de kleuter aangeven of die honger, pijn heeft of naar het toilet moet, …
- Observeer goed de lichaamstaal van de kleuter en grijp tijdig in.
- Doe aan talensensibilisering: verwelkom meertaligheid in je klas, zie dit als een meerwaarde in het leven van het kind.
- Respecteer de eigenheid, de kennis en vaardigheden van de anderstalige nieuwkomer ook als deze anders is dan de onze.
KLASORGANISATIE
- De dag kan beginnen met een momentje van vrij spel. Dit verzacht de landing.
- Zoek spelletjes die anderstalige nieuwkomers boeien.
- Structuur en regelmaat zijn een belangrijke houvast. Wees duidelijk in je afspraken, regels en stel voor hen geen lagere eisen. Maak de afspraken visueel.
- Betrek nieuwkomers zoveel mogelijk bij opdrachten. Wees ten allen tijde waakzaam dat de kleuter niet geviseerd wordt.
- Betrek de nieuwkomer door hem een eigen verantwoordelijkheid te geven: vb. de planten in de klas water geven,…
- Gebruik liedjes en versjes om structuur in je dag te steken. Dit trekt kinderen aan en gaandeweg pikken ze de taal op.
KLASSIKALE ACTIVITEITEN en kringgesprekken
- Zet de nieuwkomer in je buurt tijdens een kringgesprek zodat je fysiek contact kan nemen om hem/haar te betrekken.
- Biedt visuele ondersteuning aan bij kringgesprekken: afbeeldingen, voordoen, uitbeelden, voorwerpen tonen,…
- Laat de anderstalige nieuwkomer zeker ook aan het woord: eerst in eigentaal met vertaalapp, na verloop kun je ja-neenvragen stellen, in een volgende stap stimuleer je hen met één- of tweewoordzinnen te spreken,…
- Een gesprek met een kleine, heterogene groep is vaak effectiever: kort maar krachtig
- Doe aan preteaching indien mogelijk: zet eerst in op het aanleren van functionele woordenschat (vb. in de zorgklas). Nadien kun je de taal van het thema of een komende activiteit vooraf aanbrengen bij een groepje anderstalige nieuwkomers en/of taalarme kleuters.
TAALVAARDIGHEID
Taal leren door taal te gebruiken
Onderzoek wijst uit dat je een taal snelst leert door de taal veel te horen en nadien toe te passen eerder dan door woorden en spellingsregels in te drillen. De kunst is om nieuwkomers te verleiden om dingen te doen waarbij ze Nederlands nodig hebben. Door middel van taalspelletjes kan taalverwerving op een natuurlijke manier verlopen.
belang van observatie
Om motiverende taalopdrachten te kunnen aanreiken, is het belangrijk om de interesses van de kleuter te kennen:
- Observeer tijdens vrij spel waarmee de anderstalige kleuter speelt, wat ze tekent,…
- Als het om een introverte kleuter gaat, kun je kleurplaten of concreet materiaal aanbieden en kijken wat de interesse van de kleuter spontaan naar toe gaat. Dat kan een hint zijn.
- Geef het kind verantwoordelijkheden waarin het interesse toont om tot verbinding te komen en een beter beeld te krijgen van het cognitief vermogen: aanvankelijk niet-talige opdrachten zoals uitdelen, vrije beeldopdracht, puzzel,… en gaandeweg talige opdrachten ondersteund door pictogrammen zoals afval helpen sorteren,…
Een krachtige leeromgeving

Twijfel je of je taak geschikt is om in te zetten bij de anderstalige nieuwkomer? Gebruik dan onderstaand hulpmiddel om je activiteit voor te bereiden:
TIPS VOOR DE BEGINPERIODE
- Talige boodschappen leren begrijpen is de eerste stap: laat de kleuter wennen aan onze taal door het gebruik van liedjes, versjes, rijmpjes,… Praat ook net de nieuwkomer maar telkens met visuele ondersteuning: voordoen, prenten, gebaren,…
- Respecteer de stille periode, forceer hen niet tot spreken.
- Ga aan de slag met concrete materialen, levensechte situaties en opdrachten. Werk zoveel mogelijk concreet-aanschouwelijk. Zet de nieuwkomer actief aan het werk door doe-opdrachten en verwoord daarbij de handelingen.
- Bewegingsactiviteiten zijn een dankbare manier om hen vertrouwd te maken met organisatorische instructies (straks ben jij aan de beurt), met elementaire schoolse begrippen (links, eerst, blauw, lijn,…) en uitdrukkingen (wacht, snel,…).
- Vraag de nieuwkomer te antwoorden met non-verbale reacties zo kan je hen toch betrekken: iets aanwijzen, iets gaan halen, iets nadoen,…
- Zet na een tijd nieuwkomers aan om te spreken aan de hand van ja/neen-vragen. Aan de hand van terugkerende van liedjes en versjes kun je nieuwkomers soms ook overhalen om eerste woordjes Nederlands te spreken.
- Bied expressiemogelijkheden aan waarbij geen taal nodig is: prentenboeken over gevoelens, tekenen, boetseren, bewegen, …
- De kleuters kunnen verbaal niet met elkaar communiceren. Vermijd conflicten door een duidelijk woord of gebaar, gekoppeld aan een visuele ondersteuning die standaard uithangt in de klas, af te spreken als iemand over een grens gaat: vb. Stop!
- Praat met de andere kleuters over het feit dat de anderstalige kleuter geen Nederlands begrijpt en daardoor soms regels of afspraken onopzettelijk niet nakomt. Zet in op begrip en verdraagzaamheid. Maak de situatie concreet: leg eens een spel uit in het Engels of lees een boek voor in het Frans.
werken met gevorderde nieuwkomers
- Laat nieuwkomers eerst aan het woord in kleinere groepjes. Niet iedereen durft meteen voor een grote groep spreken in een taal die ze nog niet machtig zijn.
- Schep een context waarin de nieuwkomer gemotiveerd is iets te zeggen.
- Concentreer je op wat de nieuwkomer wil overbrengen en stel ondersteunende vragen.
- Corrigeer taalfouten impliciet: reageer op de inhoud van wat de kleuter vertelt en verwoord correct. (Kleuter: ‘Ik heb koek eten.’ – Leerkracht: ‘Jij hebt een koek gegeten.’). Zo rem je spreekdurf niet af.
- Toon interesse wanneer de nieuwkomer iets wil zeggen.
- Zet een gesprek voort door erop in te gaan of bijkomende vragen te stellen.
- Wees geduldig en geef de nieuwkomer de tijd om zijn/haar woorden te vinden: ondersteun het gesprek met foto’s indien mogelijk.
- Bewaak de spreekbeurt van de nieuwkomer. Laat andere kleuters niet tussenkomen.
- Stel gevorderde nieuwkomers open vragen. Zo stimuleer je om langere antwoorden te geven.
DIFFERENTIATIE
Op vlak van de inhoud van de activiteit:
- De kleuter kan een andere voorkennis hebben van de wereld. Ga deze na en ondersteun daarom wat je uitlegt met afbeeldingen.
- Ondersteun opdrachten door voorbeelden te geven, gebaren te gebruiken, te herhalen,…
- Onderschat de kleuters niet, daag hen uit. Visuele ondersteuning mag taal niet vervangen.
Op vlak van de vereiste vaardigheden:
- Pas je opdracht aan zodat deze haalbaar wordt voor de nieuwkomer: enkel luisteren en reageren door aan te wijzen i.p.v. te praten. Streef naar succeservaringen!
- Open vragen kun je gemakkelijker maken door reeds 2 antwoorden als optie te verwoorden.
Op vlak van klasorganisatie:
- Geef de nieuwkomer een buddy en laat de kleuters per 2 werken. Ze leren veel van elkaar.
- Indien mogelijk kan de (zorg)leerkracht meespelen met de nieuwkomer in de klas om handelingen te benoemen.
- Als je merkt dat de nieuwkomer afhaakt, geef deze kleuter dan even iets anders om te doen en leg aan de andere kleuters uit waarom de nieuwkomer even niet kan deelnemen.
ontluikende geletterdheid
Wek interesse op en laat hen kennis maken met de functie van schrift: een brief voor ouders, boeken, krant,…
Voorzie een boeken- en/of letterhoek waar kleuters met taal kunnen experimenteren.
Leg een klasbibliotheek aan en plaats er naast je themaboeken ook cultuurgebonden boeken.
Voorzie meertalige boeken die je in een verteltas kan meegeven worden. Zo kan de ouder het verhaal in de moedertaal al eens doorlezen met het kind. Dit verhaal kan nadien in het Nederlands in de klas voorgelezen worden. Zo is er ruimte voor herkenning bij de AN-er.
Laat kleuters digitale prentenboeken zo vaak beluisteren als ze willen op eigen tempo.
extra activiteiten
Voorzie activiteiten die in wezen niet verschillen van de activiteiten in de kleuterklas. Maar zorg voor een nog intensiever bad aan wereldverkennende en motiverende activiteiten waardoor de AN-er nieuwe ervaringen en taal opdoen.
- experimenteren met materialen
- stem activiteiten af op het thema van de klas: vertel prentenboeken vooraf of opnieuw
- laat de AN-er een eigen persoonlijke bijdrage aan de klasactiviteit uitwerken
- …
KLANKBEWUSTZIJN
Dit artikel uit klasse geeft 5 tips om rond klankbewustzijn te werken met kleuters.
Taalvaardigheidsonderwijs
Hier vind je de PowerPoint van Steunpunt Gelijke Onderwijskansen over hoe je met taalvaardigheid praktisch aan de slag kan gaan.
ZIP OP AVONTUUR
Dit boek bestaat uit een combinatie van tekeningen en foto’s. Omdat er relatief weinig tekst instaat krijgen de voorlezer en het kind de ruimte om het verhaal aan te vullen, te verfijnen en te verdiepen. Op elke foto is er wel iets te zien dat interactie uitlokt.
PEUTERPRIKKELS
Peuterprikkels in een bundel met taalstimuleringsactiviteiten voor peuters en de allerjongste kleuters. Het kwaliteitsvolle taalaanbod leert peuters begrijpen en likt taal uit zonder hen te forceren.
Taalvaardigheidsstimulering van de jongste kleuters via muzische vorming.
TATERTAAL
Tatertaal is een pakket met spelprikkels en talige activiteiten voor baby’s en peuters. De activiteiten voor peuters kunnen bij jonge kinderen en anderstalige kleuters makkelijk gebruikt worden.
TAAL-MATERIAAL
Taal-materiaal bevat 60 activiteiten rond het verkennen van en werken met allerhande materialen als water, zand en spiegels. De kleuters voeren actief gewone kleuteractiviteiten uit wat leidt tot een grotere taalvaardigheid.
TAAL-VERHAAL
Taal-verhaal bevat activiteiten rond prentenboeken, verhalen en drama. Naast volledig uitgewerkte activiteiten bevat het bronnenboek tal van suggesties voor activiteiten bij prentenboeken en verhalen.
CIRCUS KIEKEBOE
Circus kiekeboe is een pakket voor leerkrachten en ouders die horen bij prentenboeken en uitzendingen op de TV voor kinderen van 2,5 tot 5 jaar. Circus Kiekeboe is beschikbaar in het Nederlands, Turks en Arabisch.
PRENTENBOEKEN
Selecteer voor beginnende AN-ers boeken waarin de prenten voor zichzelf spreken.
Verhalen zonder tekst lenen zich er ook toe om door ouders te laten voorlezen en dit te laten opnemen met een smartphone. De nieuwkomer kan dan de versie in eigen taal vergelijken met het verhaal dat jij in het Nederlands vertelt. Kinderen kunnen ze ook aan elkaar voorlezen.
Er zijn zeker ook goede prentenboeken met tekst. Let er dan wel op dat je het verhaal uit de prenten kan afleiden.
MEERTALIGE PRENTENBOEKEN
Dit zijn boeken met zowel een Nederlandse als een anderstalige versie van het verhaal. Zo kan het kind het verhaal eerst in de eigen taal beluisteren, voor je het in de klas vertelt.
MEERTALIGE DIGITALE KAMISHIBAI
De mobiele vertelkiosk met touchscreen toont filmpjes met voorlezers die in hun moedertaal voorlezen. Er is ook een digitale boekenkast met woordloze boeken in de kiosk geïntegreerd. Deze uitleenkoffer kun je in het Wereldhuis ontlenen.
BOEKEN IN EIGEN TAAL
Laat AN-ers maar boeken in eigen taal meebrengen, je kan hen in de klas laten vertellen waar het verhaal over gaat.
Verrijk je klasbibliotheek met anderstalige boeken. Laat je kleuters ervaren dat meertaligheid en diversiteitsdenken een meerwaarde is.
Levende boeken
Er bestaan filmpjes waarbij verhalen worden voorgelezen. Levende boeken hebben als voordeel dat kinderen zo vaak en op eigen tempo kunnen beluisteren als ze zelf willen.
Op Fundels vind je Nederlandstalige, Turkse en Franse interactieve prentenboeken met spelletjes.
VERSJES, liedjes en spelletjes
Kies gedichten uit waar niet te veel beeldend taalgebruik inzit.
Met aftelrijmpjes kun je woorden ondersteunen met gebaren en de veelvuldige herhaling komt niet onnatuurlijk over.
Liedjes met bijhorende prentenboekjes kunnen de betekenis van de tekst duidelijk maken. Kies liedjes met nuttige woordenschat voor de AN-ers: vb. ‘hoofd, schouder, knie en teen’.
Sommige gezelschapsspelletjes kunnen gebruikt worden om taal uit te lokken: memory, wie is het, lotto,… Let wel op dat je inzet op het aanleren van functionele taal voor de AN-er.
BORIS en BINTI
Je kan andertalige kleuters laten kijken naar de afleveringen van Boris en Binti. Dit is een tekenfilmreeks over twee multiculturele kleuters die alledaagse dingen meemaken bij hun thuis en in de buurt. Er wordt eenvoudige taal gebruikt:
- eenvoudige zinnen,
- tegenwoordige tijd,
- ondersteuning door beelden,
- veel herhaling