direct vertalen (foutmarge)

FACT

foutloos vertalen met picto’s

LEESSIMPEL

teksten vereenvoudigen om gemakkelijker te vertalen

SCLERA

hier vind je pictogrammen om je boodschap duidelijker te maken

COMMUNICATIE

hier krijg je advies welke hulpmiddelen je kan inzetten bij een gesprek

TOLKEN

hier vind je info over hoe je (gratis) een tolk of taalhulp kan aanvragen

1. HET BELANG VAN EEN GOEDE INTAKE

Het is van groot belang een nieuwkomer zo correct mogelijk te oriënteren in de juiste klasgroep. Een AN-er heeft er alle baat bij geen klaswissels mee te moeten maken zodat hij/zij snel aansluiting en veiligheid kan vinden bij een klasgroep om zich zo spoedig mogelijk open te gaan stellen voor sociale interacties. Terwijl de directeur/brugfiguur/zorgcoördinator het intakegesprek voeren met de ouders of voogd, doe jij als vermoedelijke klasleerkacht(en) en/of zorgbegeleider de intake van het kind. Het is van groot belang je zo verstaanbaar mogelijk te maken: gebruik een vertaalapp, ondersteun met pictogrammen,… Neem je tijd om doordacht de info uit de intake in kaart te brengen.  Nadien wordt in overleg alle ingewonnen informatie samengelegd om de meest optimale klascontext voor deze leerling te zoeken.

INTAKE KLEUTER

De 5-jarige kreeg de placemat kleuter tijdens het oudergesprek. Hieruit kan je als klasleerkracht al heel wat eerste informatie halen.

Daarnaast wordt aangeraden om met een KLEUTER aan te sluiten bij de klasgroep op leeftijd. Onder begeleiding kan deze AN-er een uurtje deelnemen aan de spelactiviteiten. 

Met de ingewonnen informatie probeer je dan zo goed mogelijk te bepalen waar de noden van de nieuwkomer liggen. Het is aan te raden het kind zo veel mogelijk bij de eigen leeftijdsgroep te laten aansluiten.

INTAKE LEERLING

Afhankelijk van de leeftijd van het kind heeft de zoco tijdens het eerste oudergesprek een placemat onder- of bovenbouw voorgelegd. Hieruit kan je als klasleerkracht al heel wat eerste informatie halen.

Bij een LAGER SCHOOLKIND proberen we het ontwikkelniveau zo goed mogelijk te bepalen. Zorg in eerste instantie wel voor een veilig en verwelkomend klimaat. 

  • Begrijpend lezen: TAAL EN TEKEN
  • Rekenbegrippen: IMAT rekentermen
  • Bijkomende schoolse vaardigheden (geheugen, concentratie, leerhouding,…): spelactiviteit (memory/uno/halli galli)

Met de ingewonnen informatie probeer je dan zo goed mogelijk te bepalen waar de noden van de nieuwkomer liggen en bij welke klasgroep de leerling best kan aansluiten. Het is aan te raden de leerling zo dicht mogelijk bij de eigen leeftijdsgroep te laten aansluiten.

2. TAALBELEID ALS BREDE BASISZORG

Met toenemen van meertaligheid en kinderen die opgroeien in een taalarm milieu is het van groot belang een goed taalbeleid in te bedden in je brede basiszorg. In deze website hanteren we de principes van VOLOP TAAL. Dit handboek biedt wetenschappelijke inzichten over hoe je hedendaags, uitdagend en taalkrachtig onderwijs kan vertalen in de praktijk en dat aan de hand van zeven basisprincipes. Hieronder staat een beknopte samenvatting van deze basisprincipes voor een taalrijke dagdagelijkse klaspraktijk.

1 TALIGE GRONDHOUDING

KLASGROEP:

  • experimenteren, uitproberen, fouten maken, …
  • welbevinden als sleutelrol
  • thuistaal en thuiscultuur mogen er zijn

(G)AN-ers:

  • AN-ers zijn meer dan taaldenkers
  • cultuur gaat verder dan taal: heb oog voor het dagdagelijks leven
  • maak diversiteit zichtbaar: boeken, muziek,… in andere talen
  • zet thuistaal in als springplank naar het Nederlands
  • geloof in de kinderen: zet ze niet apart
2 CONTEXTRIJK

KLASGROEP:

  • voorkennis en nieuw aanbod combineren
  • rijk aanbod: van concreet naar abstract
  • interesse en leefwereld van het kind als vertrekpunt

(G)AN-ers:

  • vertrek vanuit de leefwereld van de AN-er maar verbreed deze
  • bied taal aan in context en woorden in clusters
  • zet in op concreet materiaal: hier en nu
  • verbind het visuele met het auditieve
3 FUNCTIONEEL

KLASGROEP:

  • werk aan relevante doelen
  • vergroot de zelfredzaamheid
  • zet in op motivatie: bespreek de doelen van activiteiten

(G)AN-er:

  • breng de AN-er in aanraking met de echte leefwereld                    (niet enkel foto’s)
  • zet taal in als middel

4 INTERACTIEF

KLASGROEP:

  • voorzie tijd en ruimte om in interactie te gaan
  • verleg grenzen
  • zorg voor interactie tussen leerlingen
  • stel open vragen
  • zet in op samenwerking

(G)AN-er:

  • neem tijd voor echte gesprekken en voorzie denktijd
  • geef nieuwkomers een kans op inbreng
  • laat thuistaal als middel toe: vertaalapps, buddy, …
5 ONDERSTEUNING

KLASGROEP:

  • tekstueel en visueel
  • hulpmiddelen: online (vertalen, voorlezen) en offline (spreekkaarten)
  • interactie, samenwerken, onderhandelen
  • feedback
  • zorg en differentiatie

(G)AN-er:

  • stem af over de intensieve ondersteuning
  • zet voorkennis in maar breid deze ook uit
  • voorzie hulpkaarten
  • soms homogene groepen (AN-groep)
6 impliciet en expliciet leren

KLASGROEP:

  • voorzie contextrijke en functionele materialen
  • herhaal voldoende
  • laat veel (complexe) taal horen
  • voorzie spreekkansen
  • daag uit om verschillende taalvormen te gebruiken:                    Hoe zeg je dat anders?

(G)AN-er:

  • onderschat niet hoeveel leerlingen leren van elkaar
  • zet in op echte contacten
  • besteed aandacht aan (ongekende) schoolse afspraken
  • expliciteer doelen


7 KANSEN TOT REFLECtie

KLASGROEP:

  • kies focusdoelen
  • zichtbaar leerproces
  • leerlingen aan het stuur van hun eigen leerproces
  • nadenken over leerstrategieën: doel, sturend, sterktes, hulpmiddelen,…

BESLUIT (G)AN-er:

  • deel van een klasgroep: verbinding en zelfbeeld
  • kansen tot taalaanbod, leren in context, interactie en feedback
  • kansen tot reflectie en persoonsgebonden ondersteuning